De geschiedenis van Rottevalle
De naam Rottevalle komt voor het eerst voor in een koopcontract uit het jaar 1618. Aan de zuidkant van de Lits stonden toen al enkele woningen, zoals blijkt uit oude kaarten van 1617. Het gehucht Rottevalle was indertijd sterk afhankelijk van turfwinning en de hieruit voortvloeiende scheepvaart. Langs de Lits en de Brouwersgrêft (toen nog vaarwegen) werden steeds meer woningen gebouwd, maar ook de oude Standerdmolen, die de tand des tijds helaas niet heeft doorstaan. Later werden de boerderijen gebouwd en breidde het dorp zich langzaam maar zeker uit.
Nationaal Park de Noardlike Fryske Wâlden.
Rottevalle ligt in Nationaal park de Noardlike Fryske Walden, De Noardlike Fryske Wâlden is een landschappelijk aantrekkelijk en uniek gebied tussen Dokkum en Drachten. Het is onderdeel van de Friese Wouden, een streek in het oosten van Fryslân, grenst aan het Westerkwartier in de provincie Groningen en ligt op noordwestelijke rand van het Drents Plateau. Het gebied van ruim 25.000 hectare dankt de titel Nationaal Landschap aan de unieke combinatie van landbouwgrond, natuur en cultuurhistorie. Je ziet hier houtwallen, weidegronden, meren, moerassen en veel zandpaden. Opvallend is het grote aantal pingo’s en dobben. Rijen bomen met daaronder (bramen)struiken omzomen de weilanden. Zo is een fijnmazig patroon ontstaan met een besloten karakter. Door de ligging op de grens van zand en klei zijn de natuurwaarde en biodiversiteit bijzonder groot. Het eeuwenoude coulisselandschap met elzensingels en houtwallen is vrijwel intact gebleven. Dat maakt het uniek in Europa.
De Compagnons
Compagnie der Rottevalster Vaarten en het Vallaat (De Compagnons)
De Compagnons is een vereniging van grondeigenaren van huizen, landen, bossen en heidevelden, gelegen op het beneden water van Rottevalle. Wat nu het dorp Rottevalle is komt voort uit deze 'Compagnie'(± 1600). Alle gronden rond Rottevalle waren toen eigendom van de Compagnonsheren. De veenbazen die het veen vergroeven mochten met toestemming van de Compagnons het veen vervoeren door de vaarten.
Ook tegenwoordig worden door de Compagnons vijf gecommitteerden gekozen, die de Compagnons in alles moeten vertegenwoordigen. Elk jaar treedt één gecommitteerde af volgens rooster en is niet herkiesbaar. De aandelen die elk van de Compagnons in de Compagnie heeft, worden berekend naar het aantal hectare. De eigenaar die een huis heeft dat staat op grond dat tot de Compagnie behoort, kan voor elk huis tegen betaling een stem krijgen. De baten van de Compagnie worden gebruikt voor onderhoud van eigendommen, maar ook voor sociale, maatschappelijke en culturele activiteiten in het dorp.
Subsidies hiervoor kunnen ieder jaar schriftelijk vóór 1 december bij de secretaris worden aangevraagd, waarbij een duidelijk doel en een begroting gewenst is. De derde woensdag in januari wordt tijdens de jaarlijkse ledenvergadering in de Herberg van Smallingerland bekend gemaakt welke subsidies worden toegekend.
De Rottevalster Compagnons kunnen als iets unieks in Nederland worden beschouwd. Alleen in Zeeland moet ook nog een Compagnonsschap bestaan.
Rottevalle in drie gemeentes.
Vanaf 1943 valt Rottevalle onder de gemeente Smallingerland, maar eeuwenlang lag het dorp in drie gemeenten: Achtkarspelen, Smallingerland en Tietjerksteradeel. De drie eikenhouten banken bij de haven, aan de Brouwersgrêft en aan De Fintjes en de driekantige zuil op het Muldersplein herinneren nog aan die oude verdeling. In 1943 tijdens de Duitse bezetting is het dorp in zijn geheel bij Smallingerland gekomen.
Demping van De Lits
In 1956/57 zijn de Lits en de Brouwersgrêft gedempt om de diverse bedrijfspanden beter bereikbaar te maken. Vanuit het dorp was veel weerstand tegen de demping van De Lits. Twee raadsleden uit Rottevalle ( Foppe van der Heide en Jelle Hoekstra) in de gemeenteraad van Smallingerland waren tegenstander van de demping. Maar helaas, de meerderheid van de gemeenteraad besloot tot demping. Er was zelfs een goed onderbouwd alternatief plan, de Foudenswei verharden om zodoende een goede Noord-Zuid verbinding met Drachten te maken. Deze weg kwam in 1962 (5 jaar na de demping van de Lits) gereed, de demping was achteraf dus niet nodig geweest.
Helaas verdwenen na de demping de bedrijven uit het dorp. Door de demping van de eeuwenoude vaarten en sluis verloor het dorp zijn karakteristieke aanzicht.
Voorbeelddorp
Rottevalle was in de jaren vijftig van de twintigste eeuw veel in het nieuws over de demping van De Lits, maar de belangstelling die het dorp in dezelfde periode kreeg met de aanstelling als voorbeelddorp
was overweldigend. In het kader van de ontwikkeling van de landbouw werden in 1953 de dorpen Rottevalle en Kerkhoven(Noord-Brabant) uitgekozen om als 'voorbeelddorpen' te fungeren, met behulp van de daarvoor bestemde Marshall gelden. Dit heeft er mede toe geleid dat het dorp een flinke stap vooruit zette in haar ontwikkeling. Een dertigtal boerderijen werden verbouwd volgens de nieuwste inzichten. Men liet collega boeren zien wat er allemaal mogelijk was in de stal én bij de boerin in het voorhuis. Elk bedrijf kreeg z'n eigen verbetering. Zo werden een aantal stallen aangepakt. Koeien kregen meer licht en de ventilatie werd verbeterd. Soms werden hele boerderijen, inclusief het interieur van het woongedeelte, gerenoveerd.
Als tegenprestatie werd van de boeren verwacht, dat zij hun bedrijven open stelden voor geïnteresseerden. Op deze manier hoopte de overheid andere boeren te inspireren tot een overgang naar dezelfde soort bedrijfsvoering. Het dorp werd een reisdoel voor elke boerenafdeling in het noorden. Op 3 juli 1954 bracht koningin Juliana een bezoek aan voorbeelddorp Rottevalle. Na het voorbeelddorp kwam er een grootschaliger project, het streekverbeteringsplan, met Rottevalle als kern. Dit duurde tot de nazomer van 1958. Ook hierbij werden lezingen, cursussen, demonstraties en excursies georganiseerd, die door bijna 4000 belangstellende werden bezocht. De zes dagen durende afsluitende landbouwtentoonstelling in september 1958 'de Takomst Treast' sloeg qua belangstelling echter alles: ruim 20000 bezoekers werden geteld.
Beurtschip de Rot.
De Rot is in 1887 gebouwd in opdracht van de kasteleins van 'Herberg de Koekoek en 'Herberg Het wapen van Smallingerland' uit Rottevalle. Het schip heeft jarenlang dienst gedaan als beurtschip van Rottevalle naar Leeuwarden. Na vele omzwervingen is het schip in 1978 door Ruud de Haan uit Spaarndam gekocht.
Het schip werd gerestaureerd en zoveel mogelijk in de oorspronkelijk staat teruggebracht. De familie de Haan heeft er jarenlang mee gevaren en met 'de Rot' veel nautische evenementen in heel Nederland bezocht.
Voor zijn overlijden in 2009 heeft Ruud de Haan aangegeven dat hij 'De Rot' graag terug zou willen hebben in zijn oorspronkelijk thuis haven Rottevalle. Door diverse acties van inwoners van Rottevalle en liefhebbers van oude schepen is dit gelukt. 'De Rot' is het oudste nog varende ijzeren skûtsje. Met de aankoop van dit unieke schip wordt een stukje cultureel erfgoed behouden en een stukje historie van Rottevalle bewaard. Het skûtsje heeft en vaste ligplaats in de haven van Rottevalle en wordt gebruikt voor rondvaarten en tochten met gasten. Ook is 'De Rot' geregeld aanwezig zijn bij nautische evenementen.
© Lammert van der Heide Ruinerwold